24 december 2007

Prettige feestdagen en een gezond en gelukkig 2008

Wij wensen alle lezers van het Nnoal weblog prettige feestdagen en een gelukkig en gezond 2008 en wij hopen u ook in dit nieuwe jaar te ontmoeten tijdens onze bijeenkomsten.

Nnoal programmacommissie
Josée Bours
Reina van Casteren

04 december 2007

Een gezelschap Nnoal'ers naar Online Educa Berlin 2007

Het was weer een drukbezochte conferentie. De meer dan 2000 mededeelnemers kwamen
uit 90 verschillende landen.


Opvallende sprekers waren Sugata Mitra, Andrew Keen en Donald Clark.
Sugata Mitra vertelde over zijn “hole in the wall” project in India. Hij deed onderzoek naar de mate waarin kinderen zelf de motivatie en vaardigheden om kennis te ontsluiten kunnen ontwikkelen zonder hulp van professionals. “Do we need professors or processors?”
http://www.pbs.org/frontlineworld/stories/india/thestory.html
Zijn centrale boodschap: kinderen leren zelfstandig als zij dat zelf willen. Waar het om gaat is triggering the right emotion. Daarbij maakt het niet uit om welke kinderen het gaat, en waar deze wonen. Mitra stelde dat het belangrijk is dat computers op publieke plaatsen toegankelijk zijn, maar niet op school. Want computers op school worden vooral -aldus Mitra- geassocieerd met leerplicht, en gaan niet uit van intrisieke motivatie. Zie voor presentatie de weblog van Willem Karssenberg. Op de beelden is te zien dat kinderen prima in staat zijn om te leren zonder enige ondersteuning en begeleiding.
Andrew Keen waarschuwde tegen de web 2.0 hype. De cultuur van amateurs ondermijnt het werk van wetenschappers. Hij besprak zijn boek: “The cult of the amateur”, how today’s internet is killing our culture.
Donald Clark,
http://donaldclarkplanb.blogspot.com een prima performer die de vloer aanveegde met de opmerkingen van Andrew Keen. Voor jongeren is het huidige onderwijs te saai, zij wachten te veel en doen nauwelijks iets. Hij bekritiseerde een aantal gerenommeerde onderwijskundigen zoals, Skinner, Bloom, Gagné en Vygotski. Zie weblog Wilfred Rubens.

Een aantal algemene bevindingen op een rijtje:
1. De Belgische minister van Economische Zaken zag drie belangrijke trends voor de toekomst:
- verandering van deelnemers in educatie (relatief meer mensen in leeftijdscategorie van 55 -65 jaar)
- combinatie van leren en werken wordt belangrijker, met name voor vrouwen (een boek van haar hand heet “e-mama)
- mobiel werken en leren, e-working voor vrouwen.
2. Er is een discussie gaande over de verschillende soorten van eigenaarschap van het web:
- web 1.0 connected, verbinding
- web 2.0 shared, delen
- web 3.0 inside, je zit er midden in
3. De noodzaak voor just in time performance support en tzt ook in 3d personal learning spaces. (bijv. Quaq
http://www.qwaq.com/ ) Mensen moeten zich kunnen bewegen in communities of practice (Cops). Tijdens reguliere opleidingen moeten mensen al in contact gebracht worden met werk- leergemeenschappen van bedrijven en instellingen. Diverse spelers van jobsupport spelen hier op in met korte mini- leerobjecten van maximaal 10 minuten. (leertijd = werktijd)
4. De noodzaak van professionalisering van leerkrachten/ pedagogische ICT competenties verbeteren.

Wilfred Rubens heeft enige handreikingen geïnventariseerd:
  • Maak een video die de onderwijsvisie illustreert en verspreid deze video.
  • Ontwikkel een strategie op 3 niveau's (organisatie, sector/faculteit, individu).
  • Laat docenten innovatieve, kleinschalige projecten rond digitale didactiek uitvoeren. Een voorbeeld zijn e-tivities (Gilly Salmon). Al doende werken zij aan hun expertise.
  • Laat docenten bij het ontwikkelen van onderwijs expliciet aandacht besteden aan de rol van ICT en ondersteun hen daarbij. Dat werkt beter dan de traditionele cursussen. Innovatie blijkt bij veel reguliere instellingen moeizaam te verlopen. Een voorbeeld van aanpak bij Avans Hogescholen: de ontwikkelafdeling LIC koopt intern tijd van docenten bij afdelingen. Avans zit in de overgang van “Learn 2 use” naar “use 2 learn”. Een ander voorbeeld van de universiteit van Leicester www.le.ac.uk/adelie eLearning moet op een voorzichtige manier geïntroduceerd worden: bijvoorbeeld aan de hand van de 10 niveau’s van Bonk http://php.indiana.edu/~cjbonk/paper/edmdia99.html
  • Gebruik een community of practice voor docenten. Maar bereidt docenten via een cursus voor op het leren via een dergelijke gemeenschap.
  • Gebruik ook authentieke, real life opdrachten voor de professionalisering van docenten.
  • Studenten kunnen uitstekende docenten zijn op het gebied van ICT.
5. Een fraai initiatief van een Ierse universiteit: hun infrastructuur en kennisbronnen worden beschikbaar gesteld aan de regio. Studenten leren op die manier al tijdens hun studie hun werk te betrekken op de maatschappij. http://www.nuigalwaycki.ie/cki
6. Veel aandacht voor serious gaming, informeel leren en leren in virtuele werelden.
Ewan Mackenzie maakt een vergelijking tussen effect van serious gaming en leren in second life. Met gaming betere ervaringen als het gaat om jeugd en leren.
Michael Wagner gaf aan dat er een didactisch metadesign nodig is voor het construeren van games voor leerprocessen.
www.donau-uni.ac.at/acgs
Zo ook Hans Hummel die een Toolkit voor het construeren van serious games onder de aandacht bracht van het EMERGO project van de Open Universiteit.
7. Diverse presentatie over mobiel leren lieten zien dat er nog veel moet gebeuren wil dit mainstream worden. Wel zijn er hoopvolle ontwikkelingen op het gebied van content (conversie) en invoer en uitvoer bij de apparatuur (spraakgestuurd, inuïtive touch, oprolbeelschermen of (erg grappig) een ingebouwde miniprojector waarmee je ongeveer een A4 formaat goed kon projecteren bij matige lichtomstandigheden. Mobiel leren moet een rol gaan spelen bij instant performance support.
8. Enkele sprekers benadrukten dat we nog aan het begin staan van een grote omslag: het huidige eLearning staat nog in de context van a priori “Face to face” –leren.

Een van de zeer interessante topics was TEL (Technology Enhanced Learning)-research. Met slechts vijf bezoekers een onderbezet, zeer ondergewaardeerd en onderschat onderdeel van het gevarieerde Online-educa programma.

De drie presentatoren belichtten elk hun werk in het mega Europese research netwerk Kaleidoscope. (http://www.noe-kaleidoscope.org/). Mega vanwege het feit dat er 1100 onderzoekers uit 24 landen in 90 onderzoeksgroepen actief waren! Over denkkracht gesproken. De drie presentaties waren navenant.
Barbara Wasson (Noorwegen) Schetste het onderzoek Collaborative knowledge building as a foundation for organising learning scenarios (collectieve kennisontwikkeling in geografisch gespreide groepen) ondermeer gebaseerd op Progressive Inquiry learning (Muukkonen et al., 1999). Absoluut een aanrader als je op zoek bent naar een voorbeeld van een ontdekkend leren werkvorm die stevig ingebed is in research. http://www.svdt.org/nnoal/OnlineEduca2007-Wasson.ppt
Judith Schoonenboom (UVA) besprak haar research in Lifelong competencee development: the TENcompetence infrastructure. TENcompetence http://www.tencompetence.org/ is op zich ook een mega Europees project onder leiding van Rob Koper, Open Universiteit. Het doel van TENcompetence (The European Network for Lifelong Competence development) (2005-2007) is om een technische, didactische en organisatie infrastructuur te ontwikkelen voor levenslange competentieontwikkeling voor individuele, professionele EU inwoners, teams en organisaties. Competentie adepten en criticasters vinden een mer a boire aan zeer interessante research http:/www.svdt.org/nnoal/OnlineEduca2007-TAN.ppt

Jacqueline Bourdeau (http://www.licef.teluq.uquebec.ca/eng/index.htm ) uit Canada schetste haar onderzoek op gebied van Instruction Design: het ontwikkelen van een ontologie voor onderwijs. Ik moet je wel waarschuwen dat vermoedelijk slechts de die-hard Instruction Designers hiervoor op het puntje van hun stoel zullen belanden. Instruction Design houdt zich bezig met de architectuur van onderwijs: van leersituatie tot opleiding, van leeromgeving tot (onderwijskundige) organisatie van een instituut.
Instruction Design kent vele stromingen en modellen die meer of minder gebaseerd zijn op leerpsychologie, didaktiek en onderwijskunde at large. Hoewel er vele boeken en websites zijn waarin de belangrijkste theorieën en modellen beschreven staan (o.m. http://tip.psychology.org/), blijft het voor een Instruction Designer vrijwel ondoenlijk om in elk ontwerp de relevante research te betrekken.
Jacqueline Bourdeau’s onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een Learning Design omgeving die zich bewust is van theorieën en die leeromgevingen oplevert die geïnspireerd zijn door theorieën. WOW! Evidence based ontwerpen van leersituaties cq Quality assurance in onderwijs komt nu wel heel dichtbij. http://www.svdt.org/nnoal/Bourdeau-Berlin-Nov07


Tot slot de ontbijtsessie van het NNOAL .

De tweede dag begon met een ontbijt sessie, georganiseerd door het Nederlandse Netwerk voor Open en Afstandsleren en het Consortium voor Innovatie. Tijdens deze sessie wisselden collega’s van verschillende ROC’s ervaringen uit, opgedaan tijdens de eerste dag. Josée Bours van het Koning Willem I college modereerde het geheel. Een erg geslaagd initiatief, zoals uit vele reacties bleek!